Dolgelukkig in de Dogon
Dogonvallei- Mali 14- 19 FEBRUARI
Een gids vinden in Mopti om naar Dogon te gaan is niet zo moeilijk zou je denken, omdat er zo'n 100 gidsen op elke toerist rondlopen, helemaal nu ministeries van Buitenlandse Zaken afraden naar Noord-Mali te gaan in verband met toearegrebellen en er dus minder toeristen komen. Daarnaast begint het hete seizoen nu zo'n beetje, wat in Mali waar er geen zee is om af en toe in te springen inderdaad behoorlijk warm is met een graad of 40. Maar de zon is heerlijk, zolang het tempo maar Danka-Danka is.
Wat er toe leidt dat je zodra je in Mopti rondloopt minstens elke 10 minuten wordt aangesproken door een nieuwe goede vriend, die een boot heeft, gids is, een tochtje over de rivier wil maken en daarover ideeen wil uitwisselen, of discussieren. Een beetje een deja/vu ervaring die me doet denken aan mijn reis naar Burkina Faso in 2005 met Marieke, waar ook iedereen zo van discussieren houdt.
Een goede gids vinden is weer een ander verhaal, want zie maar eens te kiezen. De gidsen die meteen afvielen waren diegenen die na 5 minuten al doodvermoeiend waren door het afvuren van 100 cliches in 1 minuut, want als je dit 5 dagen moet volhouden tijdens het wandelen in de hitte ..
In de Lonely Planet wordt je uitgebreid gewaarschuwd voor gidsen die zich voordoen als Dogon maar dit niet zijn, de taal niet spreken en vervolgens zelf weer een gids inhuren om te vertalen, het opstellen van een contract met hierin specifiek genoteerd wat je betaalt en wat inclusief is en of je wel vlees krijgt, omdat er blijkbaar gidsen zijn die het durven te wagen om je 5 dagen spaghetti te geven zonder dat hierin een stukje vlees of vis zit. Aangezien ik dacht het wel 5 dagen te kunnen overleven zonder vlees noch vis, leek me dit niet een van de belangrijkste discussiepunten. Aangeraden werd om een goed gesprek met een potentiele gids te voeren, waarin je hem test wat betreft zijn kennis over de Dogon, de cultuur en de route. Inmiddels leek het kiezen van DE JUISTE GIDS; welhaast een levensbelangrijke taak. Zelf bedacht ik me vooral dat het wel fijn zou zijn om een gids te hebben op leeftijd, met behoorlijke intelligentie en een laag libido, gezien het feit dat je als vrouw alleen 5 dagen met hem op pad gaat.
Ik heb dus maar wat nieuwe vrienden ingeschakeld in de zoektocht naar de juiste Gids. In Cafe Bissap, vernoemt naar mijn favoriete Senegalese drankje- gemaakt van Hibiscus: bissap in Wolof', vertelde de Senegalese barman, dat hij nog wel een goede vriend had die gids is, en die me zeker met rust zou laten omdat hij me voorstelde als een vriendin uit Senegal, en daarnaast een bon prix voor me wist te regelen. Zo heb je geen gids en zo heb je er twee, want ook 1 van mijn theevrienden Moussa de Pinassier (zo heet hij niet echt, maar hij heeft een pinasse en zo weet je over welke Moussa, Bouba, Awa, Amadou, Ali, Aisha, je het hebt) had een goede vriend die Gids is, Dogon, en een goede prijs kon afspreken. Aangezien de laatste in de buurt was en op zijn scooter langskwam, in Mali stikt het werkelijk van de scooters en ook opvallend veel vrouwen hebben er 1, besloot ik maar voor wie eerst komt wie eerst maalt te gaan.
Omdat ik zelf te weinig Dogon praat om te kunnen vaststellen of het wel een raszuivere Dogon was, en daarnaast niet zoveel zin had in een Sollicitatiegesprek ( ik moet er nog even niet aan denken) hebben we het maar gewoon gehad over de route en de prijs.
Op naar Dogon dus, met mijn gids Madou. Ben ik zelf zondagavond naar Bandiagara gegaan, kwam hij de volgende ochtend maar een uurtje te laat, met de auto in plaats van de beloofde scooter. Prima, want ook een frans stel en hun gids reisden met hem mee, wat het gezelschap van de eerste 2 dagen erg gezellig maakte.
Vanuit Bandiagara met de auto naar startpunt in Dogon, het dorpje met de briljante naarm Djiguiboombo (spreek uit Jiggy Boom Bo). Klinkt swingend, in de praktijk is het een erg rustig dorpje waar we door het dorpshoofd werden ontvangen met een boisson, en eerst uitbegrreid souvenirs werden getoond. Waaronder een soort van mini koeiebellen voor rondom de enkels van kleine kinderen, waardoor ze harder gaan lopen als ze leren lopen omdat ze dit horen rinkelen. Volgens mij werkt dit goed, want ik heb deze 5 dagen nog nooit zoveel kleine kinderen gezien die zo jong als ze zijn als berggeitjes naar boven en beneden denderen op behoorlijk pittige berghellingen. Misschien had ik deze bellletjes toch moeten kopen, want de eerste middag moesten we zo'n steile helling af naar beneden, dat ik me spontaan weer herinnerde dat ik toch wel een beetje hoogtevrees heb. Het feit dat mijn gids wel 3 keer uitriep dat mijn nieuwe hippe teva's toch echt geen schoenen voor de bergen waren, stelde me hierbij niet echt gerust.
In Djiguibombo bleek dat mijn Gids toch waarschijnlijk een echte Dogon is, want het Begoetingsritueel in Dogon ging hem goed af, en daarnaast kende iedereen hem. Dit begroetingsritueel had ik
graag willen opnemen, want het lijkt wel muziek en daarnaast werkte het soms ook goed op mijn lachspieren. Het gaat zo ongeveer zo (vrije interpretatie:
Ma Seeew, Seeew; Yaa Seeew, Seeeew, Wa Seeeeew, Seeeew, Pooooohhh..... Dit alles in langgerekte toon, en het komt zo ongeveer neer op: gaat het goed, goed, en de familie, goed, en de gezondheid? Goed! Eigenlijk het standaard begroetingsritueel dat je in elke West Afrikaanse taal als eerste leert en essentieel om eerst contact te maken voordat je al s onbeleefde westerling meteen vraagt: waar is hier de bank, of wat kost dat?
De Dogon versie vond ik echter wel echt uniek, omdat het een heel vaststaande vorm heeft, soms met zijn tienen tegelijk wordt gedaan, en dit zonder elkaar aan te kijken of soms zelfs met de rug naar elkaar toe te staan. Teken van respect, en toch vond ik dat lastig, omdat ik uit gewoonte standaard iedereen bleef aankijken en toelachen.
Schreef ik al dat de Dogon vorig jaar 'meespeelden' in Groeten uit de Rimboe, en hebben jullie er misschien wel of niet een beeld van, ik vond het zelf superinteressant om meer te zien en te horen van hun cultuur en rituelen. We hebben 5 dagen gewandels in de Dogon, zowel in de vallei, over zandpaden met heel veel baobab, acacia, kastanjebomen en kleine dorpjes onderweg, als een stuk geklommen over de falaise, de bergkam zeg maar, waar ook dorpjes op liggen.
Voordat de Dogon in de vallei en op de bergen kwamen wonen, waren er als eerste bewoners de Pygmee, inderdaad: stam met hele kleine mensen, die nu vooral in Cameroen en Centraal Afrika wonen. De Pygmee hadden hun huizen gebouwd in de rotsen van de bergkam, en veel van deze huizen zijn nog in tact. Dit is heel apart om te zien, allemaal kleine lemen huisjes van steen in de rots van hoogstens een halve meter hoog. Aangezien de rotswand bijna kaarsrecht is, vraag je je af hoe de Pygmee daar gekomen zijn. Hierover zijn verschillende theorieen: allereerst dat de Pygmee zulke krachtige gris-gris hadden (gris-gris is een amulet, hierover meer in een ander verhaal) dat ze konden vliegen en zo naar boven zijn gegaan om hun huizen te bouwen. Andere mogelijkheid is dat er in die tijd lianen waren, waarlangs ze omhoog zijn geklommen.
Na de Pygmee zijn de Tellem naar de Dogon gekomen, dit is een volk dat nu nog leeft in Mali, het zuidoosten en Burkina Faso. De Tellem waren 'gewoon grote mensen', zoals gids Madou uitlegt, en leefden evenals de Pygmee in de berghellingen, deze huizen zijn niet bewaard gebleven. De Dogon zijn vervolgens naar de vallei gekomen, waarna de Tellem zijn weggetrokken. De Dogon zijn gevlucht vanuit het Mande-koninkrijk voor de Toucouleur die hen wilden islamiseren en hen als slaaf houden. De Dogon hebben hun eigen huizen gebouwd op de berghellingen en vervolgens zijn ze grotendeels verhuisd naar de vallei. In Teli, het dorpje waar we de eerste nacht sliepen, zijn we deze berghelling beklommen en kan je al deze oude huizen nog zien. De Dogon waren altijd een animistisch volk, en door de afgelegen ligging zijn ze ook lang sterk animistisch gebleven. Tegenwoordig zijn er steeds meer Dogon die zich bekeren tot de islam of het christendom. In alle dorpjes kom je lemen moskeen tegen, die die laatste jaren zijn gebouwd.
Maar ook van de animistische tradities zijn er nog veel gebruiken die nog worden toegepast. Traditioneel gezien heeft elk Dogondorp een Hogon, de religieus, animistisch leider van het dorp. Hij heeft een groep van conseillers, raadgevers, om zich heen. Hij treedt op bij problemen in het dorp, familiezaken, of in het geval van conflicten. In de dorpen zijn altijd een of meerdere Togona, een soort van praathuizen (Case a Palabre). De Togona bestaat uit een stapel stenen, met hierop een laag dak van gedroogde mil. Het dak is bewust zo laag omdat mensen dan niet op kunnen staan; je mag namelijk niet boos worden in aanwezigheid van de Hogon. Als je je toch kwaad zou maken en opspringt stoot je je hoofd. In deze togona's zitten de oude mannen van het dorp bij elkaar, en bespreken ze het leven, roken ze wat en spelen awari (afrikaans spel) of slapen ze. In het geval van een ruzie of overtreding worden deze zaken met de Hogon besproken die beide kanten hoort en dan vervolgens een beslissing neemt, met zijn raadgevers in overleg, en bijvoorbeeld een straf geeft (meestal in de vorm van een offer). Ook tegenwoordig wordt de Togona nog gebruikt, bijvoorbeeld door de gidsen die onderling veel concurrentie hebben en daardoor soms flinke ruzies krijgen.
Naast de Togona en het huis van de Hogon en zijn raadgevers, is opvallend in Dogondorpen dat er naast het huis van de man voor elke vrouw op zijn terrein een grenier wordt gebouwd, een klein huisje als graanopslagplaats. Dit zijn opvallende ronde kleine huisjes, hoog, met een rieten dak. Hier bewaart ze mil; een graanprodukt wat hier veel wordt gegeten, de oogst moet hierin 3 maanden worden bewaard en zij verdeelt dit elke dag onder de gezinsleden. In de overige 9 maanden krijgen de vrouwen elke dag een portie millet van hun man. Dogon mogen traditioneel 5 vrouwen trouwen, tegenwoordig met de islam is dat dus 'nog maar' 4 vrouwen. Dit is zodat je veel kinderen kan krijgen, wat een pensioen verzekert, aangezien je kinderen op het land kunnen werken. Pas de laatste jaren zijn de Dogon op zoek naar geld, bijvoorbeeld door middel van het toerisme. Voorheen ging alles via ruilhandel (bijvoorbeeld uien en mil ). De man heeft zijn eigen grenier.
In de dorpen is vaak nog een speciaal huisje voor vrouwen die hun menstruatie hebben, waarbij ze zich in die dagen afzonderen. Daarnaast liep ik bijna op een stapel stenen, maar dit blijkt een fetisj te zijn. De fetisj beschermt het dorp, en hier wordt veel kracht aan toe gekend. Vrouwen mogen deze fetisj niet aanraken en als ze per ongeluk boven op de stapel stenen lopen, kunnen ze bijvoorbeeld onvruchtbaar raken. Om dit ongedaan te maken, moeten ze een offer brengen, zoals bijvoorbeeld een kip. Een festij kan er ook uitizien als bijboorbeeld een houten beeldje van een Dogonman of vrouw.
Overal in de Dogon zie je houten beelden van de Hogon en de Hogonvrouw, en de traditionele houten deuren zijn prachtig bewerkt, ook zijn er veel nieuw gebouwd voor de toeristen en de campementen. In de campementen slapen we op het dakteraar, onder de sterren, wat prachtig is. Het is op het geluid van vele geiten, ezels en kippen na, erg rustig en doordat het pikdonker is heb je een prachtige lucht vol met sterren waarbij de Dogon vele verhalen en legendes hebben. De houten deuren zijn vaak bewerkt met slangen, krokodillen en schildpadden, hierbij hoort telkens een verhaal en een magische betekenis. De schildpad bijvoorbeeld is heilig, omdat de vrouw hierop zat als ze kookt, en als het eten klaar is proeft de schildpad dit om te testen of er geen gif in zit. Dit is vanwege de jaloezie bij de vrouwen onderling, het hebben van 5 vrouwen is natuurlijk niet alleen maar feest.
Omdat het inmiddles een antropologische verhandeling dreigt te worden, ik al drie uur achter de computer zit terwijl het zwembad lokt, en ik elke 5 minuten een nieuw goed gesprek moet voeren met een van de Malinezen die in het hotel werkt, wil weten hoe het in Timbouctou was, en of ik naar mijn man schrijf en als ik dan geen man heb, dat zij nog wel iemand weten. Snel een plons in het zwembad dus om af te koelen en mijn volgende stappenplan te bedenken.
Een laatste slottip bij het zoeken van een geschikte gids voor een tocht in de Dogon:
* Nodig hem uit om samen te eten als je kennismaakt om enigszins een inschatting te maken van zijn tefelmanieren- het feit dat mijn gids zeven mangos in een keer kon opeten zegt iets over de grootte van zijn mond en de hoeveelheid geluid die het maakt om spaghetti te verorberen. Als je weet dat ik totaal niet van smakken houd, was dit de enige tip die de Lonely Planet me vergat te geven!!
Ik vind het overigens heel leuk om jullie verhalen uit Nederland te lezen; ook als ik er niet aan toe kom om persoonlijk te lezen, weet dat ik ze met plezier en interesse lees.
knuffel Jus
Reacties
Reacties
Hey lieve Justine,
Wat leuk, om je via je verhalen een beetje te kunnen volgen. En grappig, zoals jij en Astrid elkaar af en toe kruisen en dan weer eigen weegs gaan. Dapper, dat je nu doorreisd zonder Bouba, en elkaar dan wel weer ziet, als dingen misschien wat bezonken zijn. Ik wens je nog een hele mooie tijd toe!
Liefs Margot
Ik kan op dit moment alleen even WAUW Kwijt....mooi beschreven en wat een reis
kussss
wat heerlijk om je belevenissen te lezen! De Dogon-flashbacks komen in grote getale voorbij...goed te lezen dat je een echte Dogon-gids hebt gevonden, ik had je nog terug ge-smst met wat info over onze gids van toen (Souleymane 'guide de Koro' een wat oudere man, leek me ook wel praktisch ;-)). Geniet van afrika en de zon op je pad! liefs van Selma
Wat onderhoud je ons met je uitgebreide neergeschreven bedenkingen en Afrikaanse toubabbelevenissen... Wat mij betreft zit die oude lachende marabout er niet naast op gebied van werk en toekomst: wanneer je terug komt naar Nederland kan je misschien een klein boekje uitgeven... ik bestel er dan alvast een, ok? Of ik zie je zo boeiende educatieve antropologische workshops over Afrika geven aan kinderen op scholen en ergens anders...
Gek he, dat je dan ineens zo'n ring krijgt voor op reis van een touareg (waar je waarschijnlijk geen enkele gemeenschappelijke taal mee kan spreken zonder tolk (of is dat een verkeerd vermoeden?)) ... en dan heb je d'er even twee en nu alleen die ring nog..., ja toch?
Wat verloren voorwerpen betreft: misschien staat de heilige Antonius of Sint Rita wel op je armband (maar hoe kan je daar zeker van zijn?) Of de groene Tara vanuit het Boeddhisme, die kan je ook aanroepen als je wil...
Je maakt boeiende dingen mee (Jus), ben benieuwd hoe je het vervolg inhoud geeft...
X
oeps,
sorry heb net mijn mailadres ingevuld ipv m'n naam!even te snel en te nonchalant geweest- kan je dit even uitwissen Justine of web-blogcoördinator en enkel m'n naam vermelden?
dank!
Doe Atime Saye Dogolou uit Tirely de groeten, hij is een goede gids en vriend van me
en in Bamako: Gina (Ned. en Indonesisch) en haar man Adama (Dogon)
bed en breckfast
http://www.ambassagou.com/
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}